Halima klaagt over Nederlandse woning: “Ongelooflijk dat dit niet voor mij is geregeld”
Halima krijgt eindelijk een woning, maar loopt tegen een grote teleurstelling aan
Na jaren van onzekerheid en wachten krijgt Halima eindelijk het nieuws waar ze zo op heeft gehoopt: een eigen woning. De jonge vrouw, die enkele jaren geleden uit Somalië naar Nederland is gevlucht, heeft een appartement toegewezen gekregen. Een enorme stap vooruit, zou je denken. Eindelijk een plek waar ze haar leven opnieuw kan opbouwen, weg van de drukte en onzekerheid van het asielzoekerscentrum.
Maar wanneer ze voor het eerst de deur opent van haar nieuwe thuis, slaat haar blijdschap al snel om in frustratie. De realiteit van wat haar te wachten staat, is verre van wat ze had verwacht.
Een lange weg naar zelfstandigheid
Jarenlang heeft Halima in een asielzoekerscentrum gewoond. Privacy was er nauwelijks, haar toekomst hing constant aan een zijden draadje, en de onzekerheid over wanneer en waar ze een woning zou krijgen, drukte zwaar op haar schouders. Maar nu was het eindelijk zover: ze kreeg een sleutel in handen gedrukt en mocht zich officieel bewoner noemen van een bescheiden appartement.
De eerste stap naar een zelfstandig bestaan leek gezet. Een eigen plek, een nieuwe start. Maar al snel werd duidelijk dat de uitdagingen nog lang niet voorbij waren.
Een kale woning zonder voorzieningen
Zodra Halima haar woning binnenstapt, wordt haar hoopvolle gevoel overschaduwd door teleurstelling. De muren zijn beschadigd, er ligt geen vloer, er hangen geen gordijnen, en er is geen enkele vorm van verlichting. De ruimte voelt kil en onbewoonbaar.
“Ik had verwacht dat ik in een huis zou komen waar ik direct in kon trekken,” zegt Halima moedeloos. “Maar dit… dit voelt alsof ik gewoon in een lege doos ben gezet en verder zelf maar moet zien hoe ik het oplos.”
Ze beseft dat ze dankbaar moet zijn voor een woning na zo’n lange wachttijd, maar tegelijkertijd voelt het oneerlijk. Hoe kan ze een nieuw leven beginnen als ze niet eens een fatsoenlijke plek heeft om te slapen?
Financiële beperkingen maken het nog moeilijker
Halima leeft momenteel van een uitkering en heeft nauwelijks spaargeld. De kosten om een woning leefbaar te maken zijn hoog, en het kopen van een vloer, meubels, gordijnen en verlichting is voor haar een enorme uitdaging.
“Hoe verwachten ze dat ik dit allemaal zelf regel?” vraagt ze zich af. “Ik heb geen netwerk van familie of vrienden die me kunnen helpen. En zonder financiële middelen blijft dit gewoon een kale, koude ruimte.”
Een bed, een bank, een eettafel – de basisbenodigdheden van een huis lijken voor veel mensen vanzelfsprekend, maar voor Halima vormen ze een enorme drempel. Ze weet niet waar ze moet beginnen.
Geen hulp van de gemeente
Halima had gehoopt dat de gemeente haar zou ondersteunen bij de inrichting van haar woning. In sommige gemeenten krijgen statushouders een eenmalige bijdrage om hun huis in te richten, maar in haar geval is er geen extra hulp beschikbaar.
“Het zou toch logisch zijn als je een woning kreeg waar je meteen in kunt wonen?” zegt ze. “Niet perfect, maar tenminste met een vloer en wat basisvoorzieningen.”
Ze vindt het moeilijk te accepteren dat ze in zo’n moeilijke positie is geplaatst. “Ik voel me aan mijn lot overgelaten. Dit had veel beter geregeld kunnen worden.”
Zoeken naar oplossingen
Na de eerste teleurstelling besluit Halima niet bij de pakken neer te zitten. Ze gaat op zoek naar andere vluchtelingen en vraagt hen hoe zij dit hebben aangepakt. Al snel ontdekt ze dat ze niet de enige is die met dit probleem kampt.
Veel statushouders krijgen een kale woning toegewezen en moeten zelf een manier vinden om deze bewoonbaar te maken. Sommigen krijgen hulp van vrijwilligersorganisaties die tweedehands meubels en vloerbedekking verstrekken. Anderen weten via fondsen of noodregelingen wat financiële steun te krijgen.
Met die kennis begint Halima haar eigen zoektocht naar hulp. Ze onderzoekt of er instanties zijn die haar kunnen helpen en probeert via sociale media tweedehands spullen te vinden.
Een lange weg te gaan
Hoewel Halima vastbesloten is om haar woning om te toveren tot een thuis, weet ze dat het een lange weg zal worden. “Ik had gehoopt dat ik hier een nieuw begin kon maken zonder al deze extra zorgen,” zegt ze. “Maar blijkbaar moet ik eerst vechten om mijn huis überhaupt bewoonbaar te maken.”
Het duurt waarschijnlijk maanden voordat haar appartement voelt als een echte woonplek. Stukje bij beetje zal ze meubels moeten verzamelen, muren moeten opknappen en haar ruimte inrichten.
Moet het systeem anders?
De situatie van Halima roept vragen op over hoe nieuwkomers worden geholpen bij het starten van een nieuw leven. Een woning krijgen is slechts de eerste stap, maar zonder basisvoorzieningen blijft het een grote uitdaging.
Waarom krijgen statushouders geen bewoonbare woning met op z’n minst een vloer en verlichting? Waarom is er niet standaard een regeling voor basisvoorzieningen?
Halima hoopt dat haar verhaal anderen aan het denken zet. Misschien moet het systeem anders. Misschien moeten gemeenten zich realiseren dat een dak boven je hoofd alleen niet genoeg is. Een eerlijke start betekent meer dan alleen een sleutel krijgen.
Tot die tijd blijft Halima doen wat ze moet doen: doorzetten, zoeken naar hulp en langzaam haar nieuwe thuis opbouwen.